Aandacht bij de theorie

Punten die bij de theorie en de praktijk nogal eens fout gaan.

Welke verschillen zijn er tussen voorrang verlenen en het voor laten gaan?

Voorrang (art. 15)   Voor laten gaan (art. 17 en 18)
het gaat om de ene bestuurder t.o.v. de andere bestuurder
wie?
het gaat om de ene bestuurder t.o.v. de andere weggebruiker
de bestuurders bevinden zich niet op dezelfde weg
waar?
beiden bevinden zich op dezelfde weg
de een komt t.o.v. de ander van rechts
hoe?
tegenover elkaar
naast elkaar
L/R schuin achter elkaar
bestuurder op de verharde weg heeft voorrang op de bestuurder op de onverharde weg
extra
 
de tram gaat eerst
daarna
van rechts komende bestuurders

volgorde
de tram gaat eerst
daarna
rechtdoor eerst
dan rechtsafslaande bestuurders
dan linksafslaande bestuurders


Wie gaat er eerst op kruispunten?
Doorgaans is de situatie van bovenaf gezien op te lossen door vanaf het lege punt met de klok mee gaan.

Een voetganger doet nooit mee als het gaat om voorrang verlenen.
Als ezelsbrug is te gebruiken: Kijk je een voetganger in het oor, ga je voor.

Erven (art. 44 - 46)

Het inrijden of het verlaten van een erf is niet per definitie een bijzondere manoeuvre. (art. 54)
Van belang is of de aansluiting van het erf als een uitritconstructie is uitgevoerd, voorzien van inritblokken en/of een doorlopend voetpad/trottoir.
Is dit niet het geval dan is er sprake van een gelijkwaardig kruispunt.
Dus niet het bord G5 (erf) is bepalend voor de situatie, maar de wegconstructie.

Fietsstroken en fietssuggestiestroken

Dikwijls wordt ten onrechte een fietssuggestiestrook als een fietsstrook aangezien.

Fietsstrook.
In het RVV 1990 wordt een fietsstrook als volgt omschreven:
Door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht.
Er wordt geen uitspraak gedaan over de kleur van de strook.

Fietssuggestiestrook.
Veelal wordt de afbeelding van een fiets achterwege gelaten om de normale situatie van de weg te behouden. Toch wordt er een beeld opgeroepen alsof de rijbaan smaller is terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. De bedoeling hiervan is om bij de bestuurders een aktie tot langzamer rijden te bewerkstelligen.
Deze suggestiestroken kunnen in allerlei varianten worden toegepast.

De regels.
De verkeersregels betreffende fietsstroken ( zoals het niet mogen stilstaan en parkeren op en naast een fietsstrook ) zijn dan ook niet van toepassing op fietssuggestiestroken.

Begrippen.

Polderblindheid. Door het ontbreken van een achtergrond geen afstanden en snelheden kunnen inschatten.

In het verleden was het kaal in de polder. Kwam er in de verte een auto van rechts dan leek het alsof die auto stil stond omdat je die auto voortdurend onder dezelfde hoek bleef zien.

Zichtafstanden:
Rijzicht: de afstand waarover de weggebruiker de weg kan overzien en deze vrij is.
Oprijzicht: de afstand waarover de weg vrij is en te overzien vanuit een voertuig dat deze weg wil oprijden.
Inhaalzicht: de afstand waarover de weg vrij is en te overzien om veilig te kunnen inhalen.
Stopzicht: de afstand waarover de weg vrij is en te overzien om het voertuig veilig tot stilstand te brengen.


Dan nog enkele borden die de aandacht verdienen. Let op de onderlinge verschillen!
Bord Betekenis Opmerking
C3
Eenrichtingsweg
Dit bord staat na het kruispunt.
Alleen als er een onderbord is aangebracht kunnen andere bestuurders je tegemoet komen.
D4
Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven.
Dit bord staat voor het kruispunt.
Altijd rekening houden met tegenliggers.
C8
Gesloten voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h.
Dit bord geldt dus niet voor brommobielen. Brommobielen mogen maximaal 45 km/h rijden.
C15
Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.
Dit bord is niet van toepassing op brommobielen.
C9
Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.
Dit bord heeft een bredere betekenis dan wanneer de borden C8 en C15 boven elkaar zijn geplaatst.
J1
Slecht wegdek
Er zitten hobbels of kuilen in de weg.
J38
Verkeersdrempel
Een nieuw bord dat waarschuwt voor een drempel.
E7
Gelegenheid voor het onmiddelijk laden en lossen van goederen.
Geldt voor alle voertuigen!
Parkeren is hier verboden!
E8
Parkeergelegenheid alleen bestemd voor vrachtauto's.
Voor andere voertuigen geldt dat ze hier wel mogen stilstaan.